Vooruitgang in RWE-dossier

7 januari 2013

Vooruitgang in RWE-dossier

De Raad van State heeft op 27 december 2012 de vergunning voor uitbreiding van de Wilhelminahaven (één van de  insteekhavens in de Eemshaven) op grond van de Natuurbeschermingswet vernietigd. Met deze uitspraak krijgen de Waddenvereniging en NMG gelijk. De Wilhelminahaven wordt alleen uitgebreid voor de aanvoer van kolen voor de nieuwe RWE-centrale.  De uitbreiding van de Wilhelminahaven mag dankzij deze beslissing niet als apart project worden gezien, maar moet worden meegenomen in de aanvraag voor een Natuurbeschermingswetvergunning voor de centrale.

Deze uitspraak kwam niet als een verrassing: op 24 augustus 2011 vernietigde de Raad van State al de natuurbeschermingswetvergunning voor de kolencentrale van RWE, omdat in de beoordeling van het RWE-project de aanleg van de Wilhelminahaven niet was meegenomen. In die procedure ging het echter alleen om de aan RWE verleende vergunning. Bij de beoordeling van deze zaak kon de Nb-wetvergunning aan Groningen Seaports voor (onder meer) uitbreiding van de Wilhelminahaven niet aan de orde komen. Hierover heeft de Raad van State nu dus uitspraak gedaan.

Ook voor RWE en Groningen Seaports was deze uitspraak geen verrassing. RWE heeft al in maart 2012 een nieuwe Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd, inclusief de uitbreiding van de Wilhelminahaven.

Belang van deze uitspraak
Verschillende Europese richtlijnen en Nederlandse wetten moeten zorgen voor een goede bescherming van  natuur en milieu. Op grond van die regels wordt voor plannen en projecten die mogelijk schadelijk zijn vaak geen toestemming gegeven. Maar hele kleine ingrepen zijn meestal niet schadelijk. Dus als een groot en schadelijk plan of project wordt opgedeeld in kleine plannen en projecten, waar vervolgens  afzonderlijk een vergunning voor wordt aangevraagd, is er eigenlijk geen probleem.

De Europese Commissie is over deze praktijk heel duidelijk: ’deze tactiek mag niet, is in strijd met de Europese natuur- en milieurichtlijnen en vormt een bedreiging voor de bescherming van natuur en milieu’. Ook de Raad van State is duidelijk: als het ene project niet kan worden uitgevoerd zonder dat het andere project wordt uitgevoerd, dan moeten beide projecten als één project worden beoordeeld. Toch wordt deze tactiek nog steeds gebruikt.

Vaargeul
In een andere uitspraak op 24 augustus 2011 vernietigde de Raad van State het tracébesluit voor de verdieping en verbreding van de vaargeul tussen de Eemshaven en de Noordzee. Rijkswaterstaat wilde de vaargeul geschikt maken voor veel grotere schepen, zodat RWE en NUON grote kolenschepen kunnen inzetten en er ook LNG (vloeibaar aardgas) met grote schepen kan worden aangevoerd. Inmiddels is de bouw van de LNG-terminal van de baan en heeft NUON besloten in de Eemshaven (voorlopig?) alleen een gascentrale te bouwen.

De enige partij die nog belang heeft bij een diepere vaargeul is RWE. De kolencentrale is alleen rendabel als de kolen met hele grote schepen kunnen worden aangevoerd. Volgens ons moet ook de verdieping van de vaargeul worden meegenomen in het project kolencentrale RWE.