Reclameverlichting maakt nachten onnodig licht

18 oktober 2011

Reclameverlichting maakt nachten onnodig licht

Ruim 90% van de panelleden van de Groene Peiler stoort zich regelmatig aan reclameverlichting die
’s nachts aan staat. Ook de lampen waarmee tot diep in de nacht bedrijfsgebouwen worden uitgelicht mogen volgens het panel eerder worden uitgezet. Hiermee zouden de nachten weer donkerder kunnen worden en meer dan 80% van de panelleden vindt dat een belangrijk doel.

Groene Peiler
Deze conclusies kunnen worden getrokken op basis van een onderzoek naar de beleving van lichthinder dat in de eerste twee weken van oktober 2011 is uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats onder de bijna 6000 panelleden van de ‘Groene Peiler’; het natuur- en milieupanel van de Natuur en Milieufederaties. 35% van de panelleden (1937 mensen) vulde de online enquête in.
De Nederlandse nachten zijn op heel veel plaatsen niet donker, zo blijkt nog eens duidelijk uit de peiling. Zo’n 45% van de panelleden beoordeelt de eigen omgeving ’s nachts als ‘licht’(30%) of zelfs ‘veel te licht’ (15%). Slechts 12,5% ervaart de eigen woonomgeving echt als ‘donker’. Als gevolg hiervan kunnen we ’s nachts op steeds minder plekken genieten van een heldere sterrenhemel. 85% van de panelleden vindt dit jammer.

Maatregelen tegen lichthinder
In de enquête is aan de panelleden gevraagd welke maatregelen zij belangrijk vinden om de nachten donkerder te krijgen. Veruit het belangrijkste vindt men dat bedrijven na middernacht de reclame- en sierverlichting uitzetten, dat de verlichting van kassen beter afgeschermd wordt en dat het licht in kantoren ’s nachts uitgaat. De antwoorden van het panel maken ook duidelijk dat eigenlijk iedereen wat zou moeten doen aan onnodige verlichting. Gemeenten zouden hun eigen gebouwen minder kunnen aanlichten en strengere regels kunnen maken en mensen kunnen zelf bijvoorbeeld de buitenverlichting eerder uit zetten.

Veiligheid en openbare verlichting
Opvallend is dat de panelleden van de Groene Peiler zich ook met regelmaat storen aan, of zelfs hinder ondervinden van openbare verlichting. Meer dan de helft (52%) geeft aan zich hieraan soms te storen en 20% van de panelleden stoort zich er zelfs vaak aan. Minder (openbare) verlichting hoeft volgens de panelleden ook niet automatisch te leiden meer onveiligheid. Slechts een kwart van de respondenten is het (helemaal) eens met de stelling: ‘minder licht maakt het ’s nachts te onveilig’. Meer dan 40% is het daar juist (geheel) mee oneens. Overigens is hierbij wel een duidelijk verschil van mening tussen bewoners van het platteland en mensen die in dorp of stad wonen. Slechts 11% van de ‘plattelanders’ vindt dat minder licht leidt tot meer onveiligheid, tegenover bijna 30% van de stads- of dorpsbewoners.

Veel meldingen onnodig licht
De peiling was voor maar liefst 35% van de panelleden aanleiding om een voorbeeld van onnodig licht te melden op de digitale lichthinderkaart van de Natuur en Milieufederaties. Daarmee levert het panel een belangrijke bijdrage aan de aanpak van lichthinder in de verschillende provincies.