‘Met de sproeimachine verspreiden we nu compost’
20 november 2018
‘Met de sproeimachine verspreiden we nu compost’
Werkplaats Voedselbossen te gast bij Friese akkerbouwers die het roer om gooiden
Op woensdagavond 14 november kwamen deelnemers van de werkplaats voedselbossen bijeen in Oosterbierum. De groep voedselbos enthousiastelingen was te gast bij akkerbouwers en achterneven Gerrit en Jelle Jûkema. Gerrit is akkerbouwer en heeft 90 hectare grond, daarvan is nu 3 hectare omgevormd tot permacultuur. Gerrit en Jelle zijn pioniers als het op permacultuur en akkerbouw aankomt en delen graag hun kennis met de deelnemers van de Werkplaats Voedselbossen.
Lees hier een artikel uit de Leeuwarder Courant over Gerrit en Jelle Jûkema
Lees hieronder uitgebreide verslag:
Aangekomen op het perceel zien we rijen met walnootbomen. Gerrit vertelt dat er vroeger veel meer walnotenbomen in de omgeving stonden en dat nachtvorst zo dichtbij de zee niet vaak voorkomt. Na vijf jaar kun je van de walnotenbomen oogsten en na tien jaar is er redelijke productie. Er is gekozen voor een variatie aan soorten walnotenbomen, dat is minder handig voor de productie, maar het is tegelijk ook minder kwetsbaar. Walnotenbomen houden van droge voeten, maar hazelnoten doen het overal, ook bij de hazelnoten is gekozen voor diverse soorten. Gerrit heeft de hulp ingeroepen van Taco Blom bij het maken van het ontwerp, hij heeft veel ervaring met permacultuur ontwerp.
Meerjarige gewassen
Op het stuk grond lopen ook kippen, zij eten insecten op, zo ook de hazelnootboorder die een bedreiging kan zijn voor de hazelnoten. Naast de walnotenbomen en hazelaars worden er ook meerjarige gewassen verbouwd op het perceel, zoals groene asperges, rabarber, artisjokken, kiwibessen. Ook staan er tien amandelbomen. Rond het perceel is een heg geplaatst, met daarin hondsroos, slee, meidoorn en vlier. Deze heg fungeert als natuurlijke bescherming tegen de wind. Het doel is tevens om een snelweg voor insecten te creëren.
Veegmachine
Hoe vindt de oogst plaats, vragen we nieuwsgierig aan Gerrit. Gerrit: “Handmatig oogsten wordt lastig, er is wel een systeem met golfbalrolletjes, dat werkt heel mooi. Dat is een soort veegmachine die de noten van de grond afveegt. We kunnen wel dezelfde machine voor de walnoten en hazelnoten gebruiken, daarom hebben we voor deze gewassen gekozen.”
Hoop om op te schalen
“De walnotenbomen worden niet gesnoeid, de hazelnoten wel. Maar verder zijn er weinig kosten per hectare. Bij de andere percelen zijn we jaarlijks geld kwijt aan zaaigoed, kunstmest en bestrijdingsmiddelen maar dat is bij dit stuk niet nodig. Deze drie hectare is een pilot. We hopen dit op te kunnen schalen, want we denken dat we vastlopen als we op de huidige manier doorboeren.”
Ludiek gedicht draagt bij aan succes
Het aanplanten van de bomen ging niet zonder slag of stoot. Jelle: “Ik ging met de gemeente in gesprek en wilde een grondwal aanleggen om bescherming te geven voor de jonge aanplant, maar toen zei de gemeente: Je mag helemaal geen bomen aanplanten! Toen heb ik gezegd; dan haal ik Omrop Fryslân erbij! Daarna ben ik doorverwezen naar de wethouder en met hem in gesprek gegaan. Dat was toevallig op 5 december en ik heb van die gelegenheid gebruik gemaakt om er een mooi ludiek gedicht bij te maken. Het hielp om alles uit te leggen. Later heeft de ambtenaar die eerst zei dat je geen bomen mocht planten, meegeholpen om de juiste regels te bedenken.”
Het valt of staat met persoonlijk contact
Wat was dan voor de gemeente de reden om mee te helpen? Roeline Kuiper, jurist en communicatieadviseur die de boeren hielp met het proces te doorlopen, zegt dat alles valt of staat met persoonlijk contact. “In eerste instantie zijn de regels leidend bij gemeentes en als de mensen je niet kennen, dan zijn ze ook niet geneigd om je verder te helpen”, aldus Roeline.
Bodemleven, beleid en de burgemeester
Jelle: “Wat wij doen is een nieuwe stap in de akkerbouw. We waren eerst gangbare boeren, maar door de cursus van Theo Mulder zijn we gaan begrijpen hoe belangrijk de bodem is en dat we de productie van ons bedrijf ook de komende 50/100/150 jaar gezond moeten houden. We hebben de gevolgen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen voor de bodem uitgelegd. Dit leidt uiteindelijk tot verschraling van de bodem. Nu nog hebben we de rijkste gronden en dit moet zo blijven. We hebben uitgelegd dat de gemeente dit zou moeten stimuleren. Ze moesten het snappen. De burgemeester had al interesse, we hebben hem heel goed uitgelegd hoe het bodemleven in elkaar zit en hoe belangrijk dit is. Toen werd hij enthousiast. Naast het gemeentelijke beleid is er ook nog een provinciaal beleid, het open landschap staat hoog in het vaandel. Toch is het gelukt, na zes jaar hadden we de vergunning binnen.”
“Uiteindelijk is het gelukt door de hulp van een historicus, die heeft aangetoond dat veel elementen zoals ze er nu waren er vroeger ook niet waren. We hebben dorpen ingelicht via de dorpskrant. Een ander voordeel was dat de boomrand er al was. Het is echt heel belangrijk om persoonlijk contact te zoeken met omwonenden en vergunningverleners, je moet het heel goed kunnen uitleggen. En nooit boos worden en altijd vriendelijk blijven is belangrijk, en daarnaast creatieve oplossingen bedenken.”
Luzerne en tarwe
Vervolgens gaat de groep door naar de het perceel van Jelle Jûkema, een aantal kilometer verderop. Het veld is gehuld in het groen, namelijk een mix van luzerne en tarwe. Acht jaar geleden is het stuk grond aangekocht, daarvoor werd het verhuurd. Er zijn twee jaar aardappels op verbouwd, maar het perceel was vochtig waardoor de aardappels verrotten, daardoor moest er meer gespoten worden en meer bemest worden en belandde Jelle Jûkema in een vicieuze cirkel. Jelle wilde het perceel als een soort voetbal laten verlopen zodat het water de gelegenheid kreeg om van het land te vloeien. Als je meer dan 30 centimeter bewerkt of als je de grond wilt egaliseren moet je daarvoor een vergunning aanvragen. De stukken land zouden dan één perceel worden, sloten moesten worden gedempt. Maar de cultuurhistorische waarde van het perceel werd hoog aangeschreven.
Het roer om met verkoopbare stikstofbindende gewassen
Waarom luzerne en tarwe? Gerrit: “Mijn insteek was; ik wil de organische stof in mijn bodem omhoog. Ik heb nog vijftien tot twintig jaar te gaan met mijn bedrijf. Als ik iets wil dan moet er iets gebeuren. Dan moet ik het roer omgooien. Dan zou je meerjarige gewassen moeten zaaien en luzerne. Stikstofbindende gewassen, je hoeft niet te bemesten, en het is te verkopen. Het is heel goed voor de bodem, dus je krijgt er ook een goed gevoel bij. Omdat het diep wortelt haalt het gewas de mineralen naar boven. Je kunt het drie keer maaien per jaar. Dit jaar vier keer want luzerne houdt van warmte en droogte. Toen heb ik de bieten en uien vervangen door luzerne. We moeten geld verdienen en dit zijn mooie teelten.”
Geen bestrijdingsmiddelen maar compost door de sproeimachine
“Onze insteek is dat we na de luzerne consumptieaardappelen kunnen verbouwen en dat worden sterkere planten en gezondere aardappelen. Maar het is nog wel monocultuur. Dat proberen we op te lossen met een mengsel van bloemen. In plaats van spuiten van bestrijdingsmiddelen zetten we de sproeimachine van 33 meter breed nu in om compost te verspreiden. In plaats van bestrijden, versterken we de planten nu! We voeden ze met zuren en suikers en dergelijke. Dat heet bio fertilizer.”
Het lukt al heel aardig
Aan de buitenzijden van de aardappelvelden is telkens anderhalve meter bloemen. Jelle: “Virussen in gewassen worden gebracht door luizen en die besmetten de rest, je moet dus natuurlijke vijanden aantrekken die de luizen opeten. Het lukt ook al en het lijkt ook heel mooi. Permanente stroken met bloemen om de 33 meter. Rondom de velden staan ook bloemen en struiken.”
Samen eten
Na de rondleidingen over de stukken grond van beide boeren zoeken we de schuur op, waar elke deelnemer van de werkplaats voedselbossen weer zijn of haar best deed om een heerlijk gerecht te serveren! Er wordt gezamenlijk gegeten en daarna geeft Gerrit een presentatie over de rest van zijn bedrijf, waarin hij voornamelijk pootaardappelen teelt voor de wereldmarkt.
“Het was bodemexpert en agrohandelaar Theo Mulder die ons mee in de wereld van het bodemleven. Toen hebben we het roer omgegooid. Het moest anders. Uien en bieten telen we nu niet meer, die moet je in het najaar oogsten en als de velden nat zijn verniel je je velden met de machines. In de reguliere akkerbouw ben je constant aan het strijden tegen de natuur, nu werken we mét de natuur. Taco Blom heeft ons geadviseerd. Maar we kunnen de markt niet maken.”
“We zijn er blind ingestapt en we zien wel waar het schip strand”
Verdienmodellen
“Voor zover wij kunnen zien is er verder niemand mee bezig als akkerbouwer. Nu komen er verdienmodellen en wordt het leuk. De jeugd vindt het ook leuk, we hebben iemand die stage bij ons deed laten uitrekenen wat de verdienmodellen van dit nieuwe concept zijn. Maar hun leraren weten de antwoorden ook niet dus het is moeilijk toetsen voor ze. We zijn er blind ingestapt en we zien wel waar het schip strand. Dus we hebben van te voren geen berekening gemaakt. Als Taco Blom dat zegt dan doen we dat gewoon. Vroeger volgden we ook blindelings het advies van de bestrijdingsmiddelenexpert op!”
Bevlogenheid in Brazilië
De boeren waren vorige week op werkbezoek in Brazilië. Daar hebben zij boeren en andere permacultuurprojecten bezocht. Een leerzame tocht. De boeren daar hebben klimatologisch betere omstandigheden. De ontwikkelingen bleken verder redelijk vergelijkbaar met die in Nederland: nog weinig grootschaligheid, maar niet minder bevlogenheid in het kader van duurzaamheid. Gerrit: “Wat we hebben gezien is dat zij echt heel goed omgaan met hun water. Zij hebben droge periodes zonder water, maar wij kunnen ook beter met ons water omgaan. Veel water wordt opgevangen en gefilterd zodat het water opnieuw kan worden gebruikt. Daar zie je ook dat er schrikbarend veel natuur verdwijnt en dat heeft ons ook weer gemotiveerd om hier mee door te gaan.”
Lees meer over de Werkplaats Voedselbossen Noord-Nederland
Tags: