Houtsingel Zuidelijk Westerkwartier behouden door vonnis Raad van State

17 augustus 2011

Houtsingel Zuidelijk Westerkwartier behouden door vonnis Raad van State

De Raad van State heeft bepaald dat 760 meter houtsingel in het Zuidelijk Westerkwartier niet mag worden gerooid. De Natuur en Milieufederatie Groningen en de Stichting Milieubeheer Zuidelijk Westerkwartier zetten zich al ruim 5 jaar in voor het behoud van de houtsingels.

Met de uitspraak van de Raad van State komt een einde aan jarenlange onzekerheid over het voortbestaan van de houtsingels. In 2005 sloot de gemeente Leek een ruilovereenkomst met maatschap Wiersma/Ottema.

De gemeente kreeg daarbij grond ten noorden van de A7 in handen, nodig voor het bedrijventerrein Leeksterveld. In ruil leverde de gemeente grond in het houtsingelreservaatsgebied bij Midwolde. De nieuwe grondeigenaar bedong daarbij dat hij circa 760 meter houtsingel mocht rooien en beloofde elders nieuwe bomen aan te zullen planten.

Houtsingelreservaat
Volgens de Stichting Milieubeheer Zuidelijk Westerkwartier en de Natuur en Milieufederatie Groningen is het rooien van houtsingels in dit gebied strijdig met het omgevingsplan en gaat het om een beschermd gebied. Het aantrekkelijke en kleinschalige houtsingellandschap is ook een gebied met een grote biodiversiteit.

Door schaalvergroting in de land bouw en andere ontwikkelingen is jammer genoeg een groot deel van dit landschap al ernstig aangetast. De laatste stukjes houtsingellandschap, zoals het gebied bij Midwolde, zijn in het bestemmingsplan aangewezen als houtsingelreservaatsgebied: hier is rooien van houtsingels niet toegestaan, ook niet als herplant plaatsvindt.

Schadevergoeding
In november vorig jaar kwam de zaak voor de rechtbank Groningen. Deze stelde de Natuur en Milieufederatie Groningen en de Stichting Milieubeheer Zuidelijk Westerkwartier in het gelijk.

De gemeente Leek ging tegen die uitspraak in hoger beroep bij de Raad van State omdat zij zich hiertoe tijdens de ruilovereenkomst had verplicht. Daarbij werd ook afgesproken dat zo lang de grondeigenaar niet mag rooien, de gemeente jaarlijks € 15.000,– schadevergoeding aan de grondeigenaar betaalt. Nu het beroep is afgewezen, komt daarmee een einde aan ruim vijf jaar juridisch touwtrekken en zijn de houtsingels gered.