Weer in beroep tegen RWE

30 mei 2013

Weer in beroep tegen RWE

Hoewel de Natuurbeschermingswetvergunning voor de RWE centrale in de Eemshaven op 24 augustus 2011 door de Raad van State werd vernietigd, ging de bouw van de centrale gewoon door.  De Provincie stelde dat er op grond van de Natuurbeschermingswet wel een nieuwe vergunning gegeven kon worden en deed dit op 19 juni 2012. Onze bezwaren tegen de nieuwe vergunning werden ongegrond verklaard. De Natuur en Milieufederatie Groningen gaat, met de Waddenvereniging en een aantal andere Nederlandse en Duitse organisaties, hiertegen in beroep bij de Raad van State.

RWE wil natuurschade afkopen
RWE en de provincie moesten zich in allerlei bochten wringen om die nieuwe vergunning te verlenen: het ‘project’ bestaat nu niet meer alleen uit de bouw van de centrale, maar ook uit de uitbreiding van de Eemshaven en uit allerlei natuurprojecten die niets met de bouw van de centrale te maken hebben:  aanleg van nieuwe natuurgebieden en verbeteren van natuurgebieden in Groningen, Friesland en Drenthe. En, zo redeneert de Provincie, daarmee vallen de schadelijke gevolgen van de centrale tegen die natuurmaatregelen weg.

Hier zijn wij het niet mee eens. De bouw en het gebruik van de centrale is schadelijk voor verschillende Nederlandse en Duitse Natura 2000-gebieden. De natuurmaatregelen die RWE betaalt zorgen er niet voor dat die schade wordt voorkomen. Wel wordt er met dat geld andere natuur aangelegd of hersteld. Maar daarbij gaat het om maatregelen die toch al zouden worden genomen: die worden nu betaalt door RWE in plaats van door de overheid. Dus eigenlijk voegen de natuurmaatregelen van RWE niets toe.

Voorkomen is beter dan genezen
En dan is er nog een principieel punt: volgens Europees recht (Habitatrichtlijn) moet je schade aan natuurgebieden voorkomen. Je mag niet aan de ene kant schade veroorzaken en die aan de andere kant compenseren. Immers: je weet welke natuurwaarden je in de bestaande gebieden hebt, maar je moet maar afwachten of je die natuurwaarden in nieuwe gebieden terugkrijgt: voorkomen is beter dan genezen.

ADC-toets
Op deze regel is wel een uitzondering. Als een project schadelijk is voor beschermde natuurgebieden, maar toch moet worden uitgevoerd vanwege een ‘dwingende reden van groot openbaar belang’ en er zijn geen alternatieven, dan mag het project toch doorgaan en moet de schade gecompenseerd worden. Daarbij kunnen we bij voorbeeld denken aan versterken van de dijken: bedoeld om de bevolking tegen overstroming te beschermen en er is geen alternatief. Juristen noemen dit de ADC-toets (alternatieven, dwingende redenen, compensatie).

De RWE-centrale is niet nodig voor een groot openbaar belang: ook zonder de centrale is er voldoende elektriciteit beschikbaar. Bovendien zijn er alternatieven: je kunt de centrale ergens anders, ver van de Waddenzee, bouwen. Je kunt ook de elektriciteit op een andere manier (windmolens, zonnepanelen) opwekken. Er zijn dus geen goede redenen om toestemming te geven voor dit schadelijke project. Voor de centrale kan geen vergunning verleend worden. Daarom vragen wij aan de Raad van State om ook deze nieuwe vergunning te vernietigen.