Nieuw ontpolderingsdrama in de maak, nu in Oost-Groningen
5 juni 2012
Nieuw ontpolderingsdrama in de maak, nu in Oost-Groningen
Op 25 mei en 2 juni 2012 verscheen in Dagblad van het Noorden en Trouw het volgende opinieartikel van Wilfred Ablas, directeur van Natuurmonumenten, Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenverenging en Siegbert van der Velde, directeur van de Natuur en Milieufederatie Groningen.
Het ontpolderen van de Hedwigepolder leidt momenteel tot een fel politiek debat. Vooral treffend is de overeenkomst tussen de situatie in de Westerschelde, waar de Hedwigepolder aan grenst, en het Eems-Dollardestuarium. De Nederlandse Rijksoverheid blijft hardnekkig ontkennen dat maatregelen voor natuurherstel in het Eems-Dollardestuarium dringend nodig zijn. Dat leidt er onvermijdelijk toe dat Nederland op termijn gedwongen zal worden delen van de Oost-Groningse polders onder water te zetten om natuurschade in het estuarium te compenseren. Het Rijk roept daarmee een nieuw ontpolderingsdrama over zich af.
De overeenkomst tussen de Westerschelde en het Eems-Dollardestuarium is opvallend. Beide behoren tot de laatste open estuaria in Europa, waar het zoete rivierwater overgaat in het zoute water van een ondiepe binnenzee. De natuurlijke omstandigheden zorgen voor een enorme voedselrijkdom waar een hele ecologische keten van afhankelijk is. Beide estuaria zijn aangewezen als Natura2000-gebied. Omdat de gebieden cruciaal zijn om het uitsterven van bepaalde beschermde planten en dieren te voorkomen, gelden er Europese regels voor natuurbescherming.
Vergelijkbaar economisch belang
Ook het economisch belang van beide gebieden is vergelijkbaar. De havens van Antwerpen, Terneuzen en Vlissingen zijn bereikbaar via de Westerschelde. De Eemshaven, Emden en Papenburg via de Eems-Dollard. Om havens bereikbaar te houden voor grote zeeschepen, worden vaargeulen verdiept en verbreed. Door die ingrepen is een ecologisch rampzalige situatie ontstaan. Het water wordt bij eb en vloed niet meer afgeremd, waardoor de stroomsnelheid enorm toeneemt. Het (bagger)slib in het water kan dan niet meer bezinken. Het water verandert in zuurstofarme ‘vloeibare modder’ waar geen licht in doordringt. Daardoor valt de voedselrijkdom weg, kunnen vissen niet meer migreren tussen zoet en zout water en verdwijnen droogvallende zandplaten. Dat is strijdig met de Europese beschermingsregels voor Natura2000-gebieden. Het voortbestaan van bedreigde planten en dieren raakt in gevaar.
Precaire relatie buurlanden
In beide gebieden is een precaire relatie ontstaan met de buurlanden, omdat Nederland het consequent vertikt om geld te besteden aan natuurherstel, terwijl dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Dieptepunt is het onzinnige standpunt van de Nederlandse overheid dat voor het Eems-Dollardestuarium alle herstelmaatregelen een Duitse verantwoordelijkheid zijn.
In zowel de Westerschelde als het Eems-Dollardestuarium kunnen vaargeulen alleen verdiept en verbreed worden als de natuurschade wordt gecompenseerd. Er zijn niet zoveel maatregelen mogelijk voor het afremmen van de stroomsnelheid en daarmee vermindering van de vertroebeling. Ontpolderen, om het water meer ruimte te geven, is dan de goedkoopste en meest effectieve compensatiemaatregel. Vandaar de afspraak om de Hedwige te ontpolderen als compensatie voor het verdiepen van de Westerschelde.
Het verdiepen van de vaargeul Noordzee-Eemshaven staat nog altijd in de planning. Als die ingreep doorgaat in een Eems-Dollardestuarium waarin de natuurkwaliteit al slecht is, ontstaat over vijf jaar een fel debat over het ontpolderen van de Reiderpolder of de Polder Vierburen in Groningen. En waarom? Omdat de Rijksoverheid de kop in het zand steekt. Er is nu de mogelijkheid om natuurherstel te realiseren in combinatie met projecten in de Eemshaven en Delfzijl.
Visie
Natuurbeschermers pleiten daar ook voor. Een veerkrachtig natuurgebied kan namelijk wel een ingreep verdragen zonder dat dit gelijk tot ontpolderen leidt. Maar dat vereist visie en het vooraf investeren in natuurkwaliteit om economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Als we economische groei in de Eemshaven willen realiseren, moet er ook geïnvesteerd worden in een noodzakelijke voorwaarde voor die groei: natuurherstel.
Om te voorkomen dat we over vijf jaar een Groningse Koppejan met krokodillentranen zien, zouden Provincie, gemeenten, bedrijven, LTO en natuurbeschermers een krachtige eis bij het Rijk moeten neerleggen. Voor de Groningse economie is het van groot belang nu ambitie te tonen in natuurherstel. Anders herhaalt de Zeeuwse geschiedenis zich straks in Groningen.
Meer informatie
Lees hier het artikel in Trouw.
En hier het artikel in het Dagblad van het Noorden.