Natuur- en milieuorganisaties zien meer kansen voor windenergie op land
17 april 2014
Natuur- en milieuorganisaties zien meer kansen voor windenergie op land
Binnenkort besluit het kabinet over windlocaties in Nederland op land en op zee. Natuur en Milieu, De Natuur en Milieufederaties, Greenpeace, Milieudefensie, Waddenvereniging, Stichting de Noordzee, Wereld Natuur Fonds, Landschapsbeheer Nederland en Vogelbescherming Nederland zijn evenals minister Kamp van Economische Zaken voorstander van de in het Energieakkoord overeengekomen belangrijke uitbreiding van windenergie op zee en op land.
Wind op zee
De natuur- en milieuorganisaties onderschrijven niet alleen de 4.450 MW-doelstelling voor wind op zee uit het Energieakkoord, maar ook de grote noodzaak om na 2023 verder te gaan met de uitrol van wind op land. Wind op zee is noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan en om Nederland minder afhankelijk te maken van fossiele energie. De realisatie van wind op zee is cruciaal om het Energieakkoord tot een succes te maken. Omdat de huidige aangewezen zoekgebieden voor windparken op zee buiten Natura 2000-gebieden liggen, steunen de groene organisaties deze locaties.
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu is geïnteresseerd in windenergieparken dicht bij de kust omdat deze goedkoper zouden zijn. De natuur- en milieuorganisaties betwijfelen of die kostenreductie – in de haalbaarheidsstudie becijferd op 250-300 miljoen als alle vijf de locaties worden ontwikkeld – opweegt tegen de maatschappelijke weerstand van burgers en bedrijven die de dichtbij-de-kustlocaties voor windmolens opleveren en de negatieve gevolgen voor natuur en landschap. Deze zullen naar verwachting bij dichtbij-de-kustlocaties veel groter zijn dan bij locaties verder op zee.
De natuur- en milieuorganisaties denken wel dat er ergens dicht bij de kust een geschikte locatie te vinden is voor een windpark. Maar ze vinden het veel belangrijker dat de minister voortvarend aan de slag gaat met locaties voor windparken verder uit de kust, omdat deze veel kansrijker zijn om voor 2023 te ontwikkelen, aangezien de procedure al veel verder gevorderd is. Vertraging kunnen wij ons niet permitteren gezien de ambitieuze uitrol van windparken op zee, zoals in het Energieakkoord is vastgelegd.
Wind op land
De natuur- en milieuorganisaties zijn blij met de voortvarende aanpak voor het realiseren van 6.000 MW windenergie op land. Bij enkele locaties voor windenergie hebben de natuur- en milieuorganisaties grote zorgen over de effecten op natuur. Sommige locaties liggen in of nabij Natura 2000-gebieden, zoals in het blauwe hart de Houtribdijk op de grens van het Markermeer en IJsselmeer en windpark Fryslân in het IJsselmeer en nabij de Waddenzee. Dit geldt ook voor de Emmapolder (een mogelijke uitbreiding van het gebied Eemshaven). Deze locaties leveren risico’s op voor de natuur en daarmee ook juridische risico’s. Ook de Commissie MER geeft aan dat zij de conclusie van de minister niet onderschrijft als zouden er geen andere alternatieven zijn.
De afgelopen jaren zijn er nauwelijks windturbines gerealiseerd en de weerstand tegen windenergie is sterk gegroeid (en nog steeds groeiende). De belangrijkste redenen daarvoor zijn dat lokale bewoners en lokale ondernemers niet in een vroeg stadium betrokken worden bij de locatiekeuze/opstelling van windturbines en niet kunnen participeren in de opbrengsten ervan. De natuur- en milieuorganisaties vragen minister Kamp om omwonenden bij de planvorming te betrekken en zorg te dragen voor financiële participatiemogelijkheden (combinatie lusten en lasten).
Meer informatie