Natuur- en milieuorganisaties stellen luchtruimherziening ter discussie

12 maart 2021

Natuur- en milieuorganisaties stellen luchtruimherziening ter discussie

In onze zienswijze op de ontwerp-Voorkeursbeslissing (VKB) Luchtruimherziening hebben wij samen met de Natuur en Milieufederatie Drenthe, Friese Milieufederatie, Het Groninger Landschap, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en VOLE grote vraagtekens geplaatst bij nut en noodzaak van een luchtruimherziening. Ook hebben wij onze zorgen geuit over de effecten op de leefomgeving van inwoners, natuurgebieden en stiltegebieden in Noord-Nederland. We maken ons daarbij vooral zorgen over de beoogde verruiming van het noordelijk militair oefengebied voor jachtvliegtuigen.

Nut en noodzaak
Voor de ontwerp-VKB Luchtruimherziening heeft het kabinet de Luchtvaartnota 2020-2050 als beleidskader gehanteerd. Dit betekent dat uitgegaan is van groei van de burgerluchtvaart én opening van Lelystad Airport. In onze eerdere zienswijze op de ontwerp-Luchtvaartnota vorig jaar hebben wij al indringende vragen gesteld bij deze inzet op groei van het vliegverkeer. Groei van het vliegverkeer is in strijd met het behalen van de klimaatdoelen van Parijs. Bovendien is het vlieggedrag als gevolg van COVID-19 veranderd. Inzet op krimp in plaats van op groei van de luchtvaart is daarom noodzakelijk. Daarbij staat de opening van Lelystad Airport op dit moment nog allerminst vast. De vraag is dus of een luchtruimherziening wel noodzakelijk is.

Geluidsoverlast jachtvliegtuigen
De ontwerp-VKB gaat uit van een uitbreiding van het noordelijk militair oefengebied aan de zuidoostzijde. Mogelijk komt er ook nog een grensoverschrijdend militair oefengebied met Duitsland. Hoewel de begrenzing nog niet precies duidelijk is, krijgt hierdoor waarschijnlijk een groot deel van het Noorden te maken met militaire vluchten met de F-35. In de omgeving van vliegbasis Leeuwarden is nu al onrust over de enorme herrie die dit nieuwe jachtvliegtuig veroorzaakt. De grotere geluidsbelasting zal niet alleen een negatief effect hebben op de leefbaarheid, ook recreatie en toerisme worden erdoor getroffen. Bovendien krijgen stiltegebieden zoals De Onlanden, het Fochteloërveen, het Drentsche Aa-gebied en de Waddenzee te maken met meer lawaai.

In de ontwerp-VKB Luchtruimherziening gaat men ervan uit dat het militair oefengebied op een hoogte van circa 2 kilometer begint en doorloopt tot 20 kilometer. Op een hoogte van 2 kilometer is geluid van jachtvliegtuigen op de grond zeker waarneembaar. Door op grotere hoogte, bijvoorbeeld tussen 12 en 20 kilometer te gaan vliegen zou men de geluidbelasting van de F-35 aanzienlijk kunnen beperken.

Wijziging aanvliegroutes
Er komt ook een wijziging in de aanvliegroutes van Schiphol, Rotterdam en Lelystad. Hoewel nu nog onduidelijk is waar de vliegroutes straks na de herinrichting van de naderingsgebieden Schiphol, Rotterdam en Lelystad precies komen te liggen, bestaat het risico dat bepaalde woon-, recreatie- en natuurgebieden ook meer lijnvluchten over zich heen krijgen, met alle gevolgen van dien.

Onvoldoende inzicht in effecten
Opvallend genoeg geeft de ontwerp-VKB Luchtruimherziening geen inzicht in de regionale effecten van de luchtruimherziening, doordat nog niet duidelijk is hoe de vliegroutes precies gaan lopen. Daardoor kunnen wij niet beoordelen wat de precieze gevolgen van de beoogde luchtruimherziening zullen zijn voor de leefomgeving van de inwoners, de natuurgebieden en de stiltegebieden. Ondertussen stelt het kabinet wel dat het voorkeursalternatief uit het PlanMER (milieueffectrapport) over het geheel genomen positief zou scoren op onder meer geluidbelasting en stikstofdepositie. Maar er vindt mogelijk wel een verschuiving plaats, waarbij nog niet valt te zeggen welke gebieden profiteren en welke niet. Pas in een volgende fase van het proces komt hier meer duidelijkheid over, maar dan is het besluit over de hoofdstructuur al genomen.

Wij zijn van mening dat geen besluit mogelijk is over de hoofdstructuur van de luchtruimherziening, wanneer er geen inzicht bestaat in de regionale gevolgen. Eerst dient een regionale aanvulling op het MER te worden gemaakt met daarin de regionale plussen, maar vooral ook de regionale minnen.

Download hier de zienswijze van de noordelijke natuur- en milieuorganisaties

Tags: