Natuur- en Milieuorganisaties: natuur en landschap ondergeschoven in regionale energiestrategieën
9 december 2021
Natuur- en Milieuorganisaties: natuur en landschap ondergeschoven in regionale energiestrategieën
In de regionale plannen voor het plaatsen van windmolens en zonnevelden wordt onvoldoende rekening gehouden met natuur- en landschapswaarden. Dat vinden de Natuur en Milieufederaties, Vogelbescherming Nederland, Natuur & Milieu, LandschappenNL en Natuurmonumenten naar aanleiding van de analyse van de Regionale Energie Strategieën (RES) die vandaag door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is gepresenteerd. ‘In zes RES-regio’s zijn zelfs ‘zoekgebieden’ aangewezen voor duurzame energieprojecten, die overlappen met de wettelijk beschermde Natura 2000-gebieden’, aldus Annie van de Pas, netwerkdirecteur van de Natuur en Milieufederaties.
Volgens de natuur- en milieuorganisaties is het heel positief dat er hard gewerkt wordt aan meer schone energie en burgers hier meer bij betrokken worden. Het is echter een gemiste kans dat natuur- en landschapswaarden niet meegewogen zijn in de PBL-analyse. Annie van de Pas: ‘We moeten de ecologische crisis tegelijk met de klimaatcrisis en energietransitie aanpakken. Dit kan door kwetsbare natuur te ontzien en de biodiversiteit te verhogen op plekken waar energieprojecten komen. Dat kan door de RES’en veel actiever opgepakt worden.’
Effect op natuur
Uit onderzoek van de Natuur en Milieufederaties blijkt dat in 19 van de 29 RES-regio's
In het onderzoek zijn 29 RES regio’s meegenomen, van de in totaal 30, omdat in Friesland nog geen zoekgebieden zijn aangewezen.
geen zorgvuldige analyse is gemaakt van het effect van duurzame energiebronnen op de natuur en het landschap. In een derde van de RES’en liggen zoekgebieden (deels) in natuurgebieden die behoren tot het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en ten minste dertien zoekgebieden kruisen vastgestelde Weidevogelkerngebieden. ‘In een aantal RES-regio’s gaat het wel goed. Hun aanpak moet het voorbeeld worden voor de rest’, aldus Annie van de Pas.
Integrale aanpak nodig
Volgens de vijf natuur-en milieuorganisaties is er landelijke regie nodig om integraal naar de zoekgebieden te kijken, omdat verkeerde keuzes langdurig negatieve consequenties kunnen hebben. De integraliteit en eenduidigheid zijn niet alleen essentieel om de natuur te beschermen en te versterken, maar zorgen er ook voor dat maatregelen meegenomen worden voor bijvoorbeeld stikstofvermindering, regulering van het waterpeil, klimaatadaptatie, mobiliteit en woningbouw. Bovenal moet er volgens de natuur- en milieuorganisaties, nog voordat er een locatie wordt aangewezen voor een mogelijk zonne- of windpark, een milieueffectrapport opgesteld worden.
Een paar opvallende uitkomsten
In 6 RES’en: zoekgebieden die deels of geheel overlappen met Natura 2000-gebieden.
In 10 RES’en: zoekgebieden die deels of geheel overlappen met NNN-gebieden (Natuurnetwerk Nederland).
In 13 RES’en: zoekgebieden die deels of geheel overlappen met Weidevogelkerngebieden.
• In minstens 5 van de 29 RES’en zijn zoekgebieden of -locaties geheel of deels gelegen in Ganzenrustgebieden.
• Binnen 3 RES’en is onderzoek gedaan naar de cumulatieve impact van alle energieplannen samen.
• Binnen 23 RES’en zijn geen regionale afspraken gemaakt over de omgang met natuur en landschap bij de inrichting van nieuwe projecten.
• In 8 van de 29 RES’en zijn de mogelijkheden voor een ‘plus op natuur’ verkend en gestimuleerd.
• In 19 van de 29 RES’en is structurele aandacht voor natuur en landschap niet geborgd in een orgaan of overlegstructuur en zijn daar ook geen plannen voor.
• In minstens 13 RES’en is geen plan-MER uitgevoerd voor de gehele regio en zijn daar ook geen plannen voor.
• Positief: in zeker 17 RES’en wordt al stevig ingezet op zon-op-dak en andere ‘no regret’-locaties.
Werken aan een natuurinclusieve energietransitie
De Natuur en Milieufederaties maken zich sterk voor een natuurinclusieve energietransitie, zodat de energieplannen niet onnodig tot ecologische en landschappelijke schade leiden. Er zijn juist volop kansen de natuur en het landschap te ontzien of – liever zelfs – te versterken.