Milieuvergunning kolencentrale Essent blijft ongewijzigd in stand
30 november 2011
Milieuvergunning kolencentrale Essent blijft ongewijzigd in stand
De Raad van State oordeelde vandaag dat de milieuvergunning van Essent voor de kolencentrale in de Eemshaven in stand mag blijven. Natuur- en milieuorganisaties reageren teleurgesteld. “Onbegrijpelijk dat een vervuilende kolencentrale gebouwd mag worden aan de rand van werelderfgoed Waddenzee”, aldus woordvoerder Boris Pents namens de noordelijke natuur- en milieuorganisaties. Dat in de vergunning voor een kolengestookte centrale met grote milieueffecten geen rekening gehouden hoeft te worden met de omgeving, valt niet uit te leggen.”
Milieuvergunning
Voor de geplande kolencentrale heeft Essent onder andere een milieuvergunning nodig, die door provincie wordt gemaakt en afgegeven. Hierin staan de eisen waaraan het bedrijf moet voldoen om te waarborgen dat voldoende rekening wordt gehouden met de omgeving. De rechter heeft vandaag echter geoordeeld dat voldaan is aan de wettelijke eisen, zodat geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
De natuur- en milieuorganisaties vinden dat in de milieuvergunning strengere eisen gesteld hadden moeten worden aan de uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden, omdat Nederland daarmee de emissieplafonds mogelijk overschrijdt. De Raad van State oordeelde echter dat het provinciebestuur bij het verlenen van de milieuvergunning aan Essent geen rekening hoefde te houden met de voor Nederland geldende emissieplafonds voor de uitstoot van zwaveloxiden.
Niet gekeken naar de omgeving
“Het is teleurstellend dat niet gekeken is naar de kwetsbare en unieke omgeving waar de energiecentrale deel van uit gaat maken”, aldus Boris Pents. “Van een groot bedrijf als Essent mogen we als maatschappij verwachten dat zij hun economische ontwikkelingen in evenwicht met hun directe omgeving tot stand brengen. Het is zonde dat er door de uitspraak kansen gemist worden om aan de slag te gaan met natuurherstel, samenwerking tussen bedrijven en het gezamenlijk verminderen van uitstoot van schadelijke stoffen in het gebied.”
Vergunningen anders organiseren
De Natuur en Milieufederatie Groningen zou graag zien dat het mogelijk is om zogenaamde ‘koepelvergunningen’ te verlenen , waarmee wordt afgestapt van het beoordelen van vergunningen op individueel bedrijfsniveau, maar de totale emissie van het gebied leidend wordt . Op die manier worden plafonds afgesproken en is er beduidend meer milieuwinst te behalen. Een nieuw vestigend bedrijf is dan verplicht zijn verantwoordelijkheid te nemen en moet ervoor zorgen dat het totale emissieplafond van het gebied niet wordt overschreden. Een bedrijf kan dit doen door maatregelen in haar eigen bedrijf te nemen, maar ook door te investeren in maatregelen van bedrijven die aanwezig zijn in de regio.
De Natuur en Milieufederatie blijft zich, ongeacht de uitspraak van de Raad van State, in de Eemsdelta inzetten voor een gebiedsgericht omgevingsbeleid. Een andere uitspraak had dit kunnen versnellen.
Achtergrond
De Natuur en Milieufederatie Groningen, Waddenvereniging, Het Groninger Landschap en Natuurmomenten hebben vanaf het begin bezwaar gemaakt tegen de komst van de kolencentrale van Essent. Voornaamste reden hiervoor is dat een kolencentrale veel meer vervuilende stoffen uitstoot dan bijvoorbeeld een gascentrale. Deze stoffen zijn schadelijk voor de natuur van de Wadden en meer specifiek voor de nabijgelegen Waddeneilanden. Het gebruik van kolen als brandstof staat bovendien haaks op het beleid om de landelijke energie- en klimaatdoelstellingen te halen. Ook is voor de aanvoer van kolen een diepere vaargeul nodig. Verdieping van de vaargeul verslechtert de toestand van de Eems.
De uitspraak van vandaag volgt op ruim vier jaar juridische strijd van de natuur- en milieuorganisaties tegen de bouw van de kolencentrale. De zaak heeft zo lang geduurd omdat de Raad van State in het voorjaar van 2009 advies had gevraagd van het Europese Hof van Justitie. Het rechtscollege wilde uitleg over Europese richtlijnen, waarin is bepaald hoeveel schadelijke stoffen lidstaten mogen uitstoten. Het Europese Hof heeft hier afgelopen voorjaar over geoordeeld dat de Nederlandse rechter een specifieke vergunning voor een kolencentrale niet mag vernietigen, ook al zou Nederland de richtlijnen overschrijden. Het is een zaak van de politiek om de EU-richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving, oordeelden de rechters dit voorjaar.
Afgelopen augustus heeft de Raad van State in een andere procedure nog de zogenoemde natuurbeschermingsvergunning vernietigd die aan Essent was verleend voor dezelfde centrale in de Eemshaven. Essent heeft die vergunning nodig vanwege de ligging in de buurt van het beschermde natuurgebied de Waddenzee. Als gevolg van deze uitspraak moet RWE een nieuwe natuurvergunning aanvragen. Wel mag het bedrijf onder voorwaarde voorlopig doorgaan met de bouw van de centrale.
Lees de uitspraak van de Raad van State hier.