Gedragscode bevestigt belangrijke rol van omgeving bij ontwikkeling windparken op land
26 november 2020
Gedragscode bevestigt belangrijke rol van omgeving bij ontwikkeling windparken op land
Dit is een gezamenlijk persbericht van de brancheorganisatie NWEA, NLVOW, Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieufederaties en Energie Samen
Een brede coalitie van wind-, bewoners-, natuur- en milieuorganisaties heeft de richtlijnen vernieuwd voor het plaatsen van windmolens op land in de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land. Windmolens op land zijn nodig om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, maar in de praktijk is dat vaak een hele uitdaging, zowel technisch, financieel als maatschappelijk. Bestuurders en ontwikkelaars krijgen te maken met voor- en tegenstanders onder direct omwonenden, (lokale) natuurverenigingen, (lokale) politici en landeigenaren. Om alle belangen recht te doen, hebben de brancheorganisaties en de natuur- en milieuorganisaties samen met de omwonenden-vertegenwoordigers de richtlijnen vernieuwd.
De ondertekenaars van de code zijn de brancheorganisatie NWEA, de belangenvereniging voor omwonenden windturbines (NLVOW), Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieufederaties en de koepel van energiecoöperaties Energie Samen. Samen vertegenwoordigen deze organisaties een brede waaier van mensen en hun belangen.
Uitgangspunt van de gedragscode is om alle belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken, zodat zij volwaardig kunnen meepraten over onder meer zichtbare veranderingen in het landschap en hun participatie. Door de vele, soms tegenstrijdige, belangen is het, net als bij andere ruimtelijk projecten, nooit mogelijk iedereen 100% tevreden te stellen. De hernieuwde gedragscode helpt om zorgvuldig iedereen te betrekken die belang heeft, alle belangen af te wegen en samen tot oplossingen te komen.
Altijd een participatieplan
De gedragscode onderschrijft het belang van reguliere communicatie zowel voor, tijdens als na de ontwikkeling van een windpark. Het beleid en het proces worden vastgelegd in een participatieplan dat samen met de omgeving wordt opgesteld. De vernieuwde gedragscode voorziet in een gebiedsgerichte aanpak en besteedt, conform de afspraken uit het Klimaatakkoord, aandacht aan lokaal eigendom. Ook is er specifieke aandacht voor landschap & natuur.
Financiële participatie
De ondertekenaars van de vernieuwde gedragscode roepen overheden op om vanaf het begin te overleggen met de omgeving, ook als een (lokale) overheid al heeft besloten in welk gebied een windproject moet komen. In ieder windpark op land is een vorm van financiële participatie mogelijk. Het richtbedrag voor de bijdrage van de initiatiefnemers is 0,40 tot 0,50 euro/MWh. Verschillende voorbeelden zijn opgenomen in de participatiewaaier. De initiatiefnemer bepaalt samen met de omgeving welke vormen van participatie het meest geschikt zijn voor een specifiek project. Uitgangspunt is om direct omwonenden financieel meer te laten meeprofiteren dan mensen die verder weg wonen.
Reacties van de ondertekenaars:
Annie van de Pas, netwerkdirecteur van de Natuur en Milieufederaties: ‘We hebben geen tijd meer te verliezen. Maar we kunnen het ook maar één keer goed doen. Met goede participatie en co-creatie kunnen we de transitie samen met de lokale omgeving maken en zorgen voor meer steun van de omgeving voor windprojecten. En door natuur bij windprojecten zoveel mogelijk te versterken – én kwetsbare soorten waar mogelijk te ontzien – kunnen we onze doelen met oog voor de natuur halen. Deze code draagt hier wezenlijk aan bij.’
Hans Timmers, voorzitter NWEA: ‘Op land moet je windparken ontwikkelen samen met de omgeving. Dat hebben we inmiddels allemaal geleerd en daar zetten we vanuit de sector ons maximaal voor in. Wij zijn erg bij met de steun van de andere ondertekenaars. Met deze nieuwe versie zetten we een volgende stap in de richting van breed gedragen windprojecten.’
Rob Rietveld, directeur De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines: ‘Om de opgave van zon in de energietransitie te kunnen realiseren vereist dit acceptatie van de omgeving. Dit betekent samen met de omwonenden aan de slag en zeker niet over de hoofden van die omwonenden. Deze gedragscode toont dat de ontwikkelaars die dit onderschrijven hier invulling aan willen geven. Gezamenlijk optrekken voor goede inpassingen en lusten en lasten eerlijker verdelen!’
Siward Zomer, coöperatief directeur bedrijfsbureau Energie Samen: ‘Omgevingsparticipatie is vergevorderd in de windsector. Het feit dat we met zo’n brede coalitie tot een herziene gedragscode komen, is hier een bewijs van. We zijn blij dat de hele windsector nogmaals het streven van 50% lokaal eigendom onderschrijft in hun eigen gedragscode.’
Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu: ‘Wij geloven dat het betrekken van de omgeving bij het inrichten van windparken cruciaal is. Alleen met draagvlak kunnen we de verdere opschaling van windprojecten bereiken. En dat is onmisbaar voor het behalen van de klimaatdoelen.’
Joris Thijssen, directeur Greenpeace: ‘Het is een enorme uitdaging om onze energieopwekking te vergroenen. Daar moeten soms moeilijke keuzes in worden gemaakt, waarbij niet iedereen tevreden kan zijn. Als we dit goed doen, profiteren we er uiteindelijk allemaal van. Daarom is deze gedragscode ook zo belangrijk, zodat dit echt een gezamenlijk doel wordt.’
Tags:Marjolijn Tijdens
Beleidsmedewerker Klimaat en Energie; werkdagen: ma, di, do, vr