Een kolencentrale die niemand wil
12 juli 2012
Een kolencentrale die niemand wil
Op 19 juni verstrekte de Provincie Groningen een nieuwe natuurvergunning voor de kolencentrale die RWE bouwt aan de rand van de Waddenzee. Samen met de Waddenvereniging, Natuurmonumenten en Het Groninger Landschap gaven we hierop een reactie in het Dagblad van het Noorden, dat op 21 juni 2012 als opinieartikel verscheen:
RWE bouwt al drie jaar aan een kolencentrale aan de rand van de Waddenzee zonder dat de natuurvergunning definitief is. Tegen beter weten in. De energiereus startte met de bouw in het jaar dat het grootste natuurgebied van ons land werd uitgeroepen tot Werelderfgoed. Een gebied dat cruciaal is voor trekvogels, als tussenstop voor hun reis van Siberië naar Afrika en vice versa. De centrale verrijst aan de rand van één van de laatste plekken waar zoet rivierwater nog vrij de zee in stroomt. Het ligt voor de hand dat zo’n enorme kolencentrale effecten heeft op de nabij gelegen natuur. Logisch dus dat de natuurvergunning sneuvelde bij de Raad van State.
Toch heeft de provincie Groningen op 19 juni een nieuwe natuurvergunning verstrekt. Het is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk dat dit gebeurt zonder dat een discussie plaats vond over de noodzaak van een nieuwe kolencentrale en zonder dat gekeken is naar alternatieven.
Het gaat om een vergunning voor de grootste kolencentrale van Nederland. Het is één van de meest omstreden bouwprojecten van Europa van de laatste 10 jaar. De Natuurbeschermingswet kent een zekere logica in het verstrekken van vergunningen en gaat uit van het voorzorgprincipe. Eerst moet worden aangetoond dat een project geen schade toebrengt aan beschermde diersoorten of natuurgebieden. Dat geldt dus ook voor de kolencentrale van RWE. Als er een kans is op schade aan de natuur, hoort de vergunningverlener (in dit geval de provincie Groningen) eerst te beoordelen of er alternatieven zijn. Zijn die er niet, dan moet er een groot maatschappelijk belang zijn om het project te laten doorgaan. Zo is de wet en die geldt ook voor de provincie.
Wij zijn van mening dat de discussie over alternatieven en maatschappelijk belang een korte is. Natuurlijk zijn er alternatieven. Je kunt op veel manieren stroom opwekken, je kunt dat op andere plekken doen dan de Eemshaven, of je kunt stroom importeren. Van een groot maatschappelijk belang is ook al geen sprake. Nederland produceert 30% meer elektriciteit dan we zelf nodig hebben. Voor die overproductie leggen we ons Werelderfgoed niet in de waagschaal.
Als de kolencentrale wordt afgebouwd, betaalt de natuur de rekening. Het ruim 140 meter hoge gebouw ontsiert in een straal van het Werelderfgoed. De centrale zelf stoot een enorme hoeveelheid stikstof en andere schadelijke gassen uit, die tot op grote afstand neerdalen op ons landschap. Duinen en veengebieden kampen nu al met een teveel aan stikstof en dat gaat ten koste van de rijkdom aan planten en dieren. We waarderen natuurlijk de bereidheid van RWE om de negatieve effecten van de stikstof op zeer kwetsbare natuurgebieden te beperken en bij te dragen aan de aanleg van natuurgebieden in Groningen. Deze op zichzelf goede maatregelen nemen de algemene effecten van de centrale echter niet weg. De aanzuiging van enorme hoeveelheden koelwater tast bijvoorbeeld de populatie beschermde vissen in het gebied aan. Om kolen aan te voeren moet de vaargeul van de Eems-Dollard verdiept en gebaggerd worden. De vertroebeling van het zeewater is funest voor veel zeeleven. Ondanks een pakket natuurmaatregelen blijft de conclusie dat de centrale grote natuurschade meebrengt.
Dagblad van het Noorden en RTV Noord brachten begin dit jaar een documentaire die aantoont dat de centrale er met de kennis van nu niet was gekomen. Desondanks blijft de discussie over alternatieven en maatschappelijk belang uit. RWE bouwt ondertussen door en ontkent dat er schade zou zijn aan de natuur. De provincie volgt de redenatie van RWE en verleent een natuurvergunning waarin ook wordt ontkend dat er natuurschade is. Vanuit het belang van de natuur en het Werelderfgoed Wadden zien wij nu geen andere weg dan het aanvechten van de verleende vergunning. Dat is jammer, want we werken liever aan herstel van de natuur in de Eems én aan oplossingen om ecologische en economische belangen in de Eemshaven bij elkaar te brengen.
Meer informatie
Bekijk hier het artikel in het Dagblad van het Noorden.