De stadse natuur verdient beter

De stadse natuur verdient beter

Bestaande natuur wordt opgeofferd voor vernietigde natuur elders Onderstaand opinieartikel van Marco Glastra verscheen, namens zeven natuur- en milieuorganisaties op 26 juni 2021 in Dagblad van het Noorden. 

26 juni 2021

Als natuurorganisaties hadden we hoge verwachtingen van het nieuwe gemeentebestuur van Groningen, dat in het coalitieakkoord aangaf de ecologische structuur te willen versterken. Als gevolg van de herindeling bevindt zich naast ‘stad’ ook veel ‘ommeland’ binnen de gemeentegrenzen en dat biedt ruimte voor een bredere focus dan alleen de stadse perikelen.

Basis voor een goede samenwerking werd gelegd in het manifest ‘Groningen Groen!’, waarin natuurorganisaties met de gemeente afspraken om (1) samen te werken aan uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de natuur in en om de stad, (2) populaties van zeldzame, bedreigde en kenmerkende soorten te koesteren en (3) bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen natuur en landschap als volwaardige uitgangspunten vanaf het startpunt te betrekken.

Tot onze spijt moeten we constateren dat de hoge verwachtingen niet zijn uitgekomen. De stad houdt een focus op bouwen en ontwikkelen. Natuur speelt hierin geen volwaardige rol en van een versterking van de ecologische structuur is geen sprake.

Het volledig bebouwen van de vloeivelden van de Suikerunie – ooit onderdeel van de ecologische structuur – en de wens om het Driebondsbos om te vormen tot een stadspark, zijn twee recente voorbeelden. Natuur- en bewonersorganisaties leveren steeds hoogwaardige en constructieve inbreng, maar worden niet serieus genomen.

Het patroon is steeds vergelijkbaar: de grote ambities van de stad liggen op het vlak van woningbouw, mobiliteit en energietransitie. Natuur komt pas in beeld als de plannen getoetst moeten worden op hun effecten. Met een juridische bril wordt gekeken naar wat er voor de natuur wettelijk gecompenseerd moet worden.

En de Stedelijke Ecologische Structuur? Die wordt niet beschermd, laat staan versterkt, maar in toenemende mate benut als uitloop voor nieuwe woonwijken of recreatieve activiteiten als een Mountainbike Skillspark.

Het bontst maakt de gemeente het bij de natuurcompensatie voor woningbouw op de Suikerzijde. De vleermuizen en geoorde futen die hier worden verjaagd door woningbouw, worden gecompenseerd door nieuw leefgebied te maken in polder De Oude Held, sinds mensenheugenis een belangrijk weidevogelgebied. Een deel van dit weidevogelgebied wordt permanent onder water gezet, waardoor bestaande natuur wordt opgeofferd om vernietigde natuur van elders te compenseren.

De gemeente wil vervolgens ook de verjaagde weidevogels weer gaan compenseren, maar dat leidt tot twee halve weidevogelgebieden die niet levensvatbaar zijn. Onze constructieve voorstellen voor natuurcompensatie die goed is voor vleermuizen én weidevogels worden vooralsnog door de gemeente afgewezen.

Als natuurorganisaties pleiten wij voor een stedelijke ontwikkeling die samengaat met versterking van natuur. Een woonwijk op Suikerzijde waar óók leefruimte is voor vleermuizen. Woningbouw in De Held met respect voor de grutto’s. Een Eemskanaalzone waar het Driebondsbos wordt gerespecteerd als natuurlijk bos waar de nachtegaal zingt en de havik broedt.

Het hoeft niet of-of zoals de gemeente ons voorspiegelt. Groningen kan een prachtige stad worden waar natuur en stad elkaar versterken, geheel in de traditie van stad en ommeland. Een dergelijke aanpak is niet alleen goed voor de natuur, maar leidt naar onze volle overtuiging ook tot een hogere woonkwaliteit en leefbaarheid voor de Stadjers.

Marco Glastra – Het Groninger Landschap

Jan-Willem Lobeek – Natuur en Milieufederatie Groningen

Freek Nieuwenhuis – Collectief Groningen West

Klarissa Nienhuys – Vleermuiswerkgroep Groningen

Egbert Boekema – Avifauna Groningen

Thorhold Souilljee – KNNV Groningen

Paul Kusters – IVN Groningen-Haren

Tags: