Windsector en partners tekenen gedragscode ontwikkeling windparken

3 september 2014

Windsector en partners tekenen gedragscode ontwikkeling windparken

Dialoog, maatwerk en participatie

Op 3 september is in Utrecht de ‘Gedragscode draagvlak en participatie windenergie op land’ ondertekend door de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA), Stichting De Natuur en Milieufederaties, de Stichting Natuur & Milieu en Greenpeace Nederland. Met deze gedragscode willen de ondertekenaars het draagvlak voor windenergie behouden en versterken. Dit door eenduidige afspraken te maken over hoe de omgeving wordt betrokken bij de ontwikkeling van windparken.

In Nederland wordt de komende jaren gewerkt aan windenergie. De branche is zich ervan bewust dat dit impact zal hebben voor de leefomgeving. Niet alleen zodra het park er staat, maar ook voorafgaand. Al geruime tijd geleden heeft de branche daarom besloten haar verantwoordelijkheid te nemen en een gedragscode op te stellen.
Kern van de gedragscode is dat de omgeving in een zo vroeg mogelijk stadium bij windprojecten wordt betrokken. Voor ieder project wordt in dialoog met belanghebbenden en het bevoegde gezag een participatieplan opgesteld. Ook stelt de initiatiefnemer een aanspreekpunt voor de omgeving aan.
Bij het opstellen van het participatieplan is het uitgangspunt altijd maatwerk. Alle windprojecten zijn immers verschillend; het maakt bijvoorbeeld uit of het om turbines op de Tweede Maasvlakte gaat of nabij stedelijk gebied, of om een solitaire turbine bij een boer op een erf. Jaap Warners, voorzitter NWEA: “Keuzes die worden gemaakt bij het betrekken van de omgeving of de vorm van participatie die wordt gekozen als de turbine er eenmaal staat, zijn ook afhankelijk van de dialoog met de omgeving: hoe willen omwonenden betrokken worden. Dat zal overal anders zijn en kun je niet vastleggen in regels.”

De Natuur en Milieufederaties organiseren een groot aantal lokale groepen die betrokken zijn bij de kwaliteit van hun leefomgeving. Zij zijn daarom een partij die goed in staat is om te onderzoeken wanneer er voor belanghebbenden een goede balans ontstaat tussen de lusten en lasten van windenergie. Portefeuillehouder Energie van de federaties Siegbert van der Velde: “Grootschalige windparken hebben een behoorlijke impact op het landschap en de directe leefomgeving. In onze achterbannen wordt in het algemeen het belang van windenergie gezien, maar er is tegelijkertijd veel discussie over de vraag hoe de kwaliteit van het landschap en de leefomgeving behouden kunnen worden. Winst van de gedragscode is dat we die discussie niet meer met lege handen hoeven te voeren. We kunnen nu ook met lokale groepen werken aan compensatie en verbeteringsprojecten.”

De gedragscode bindt de leden van NWEA aan een aantal basisprincipes ten aanzien van participatie, communicatie en het leveren van een bijdrage aan het versterken van draagvlak. Ook de natuur- en milieuorganisaties committeren zich door ondertekening van de code aan het versterken van het draagvlak.

Draagvlak en participatie voor windenergie zijn niet alleen een zaak van de initiatiefnemers; de landelijke, regionale en lokale overheden zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor het ruimtelijk proces en de communicatie daarover. De gedragscode beschrijft ook deze verschillende rollen.

In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2020 minstens 6.000 MW windenergie op land moet zijn gerealiseerd. Nu staat er in Nederland ruim 2.500 MW aan windturbines op land. Groei en versnelling in deze omvang is alleen mogelijk als het draagvlak voor windenergie behouden blijft en verder groeit. De ondertekenende partijen denken dat daarvoor in een zo vroeg mogelijk stadium de dialoog met de omgeving moet worden gezocht, diezelfde omgeving serieuze inspraak kan hebben bij procedures en meeprofiteert van de ontwikkeling van windmolenparken.

Consultatie gedragscode
Afgelopen maanden is over de gedragscode met diverse partijen intensief overlegd, waaronder de ministeries van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu, het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en verschillende andere maatschappelijke groeperingen, zoals de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windenergie (NLVOW).

Meer informatie