Klacht bij Europese Commissie over kolencentrale RWE

17 december 2015

Klacht bij Europese Commissie over kolencentrale RWE

Nu in Nederland alle juridische mogelijkheden zijn uitgeput, doen de Waddenvereniging en de Natuur en Milieufederatie Groningen een beroep op de Europese Commissie: wij dienen een klacht in over de vergunningen van de kolencentrale van RWE/Essent in de Eemshaven. Deze kolencentrale loost stoffen in lucht en op water die schadelijk zijn voor de Waddenzee en andere Natura 2000-gebieden in Nederland en Duitsland.

Technisch gezien kan de stikstofuitstoot van de kolencentrale gehalveerd worden. Benodigde maatregelen zijn echter niet voorgeschreven in de vergunning en dus ook niet toegepast. Dit is in de procedures door RWE/Essent zelf bevestigd. De uitstoot tast onder andere stikstofgevoelige natuurgebieden op de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden aan. Bovendien is de vergunde kwikemissie hoger dan de gerealiseerde kwikemissie van vijf bestaande oude Nederlandse kolencentrales bij elkaar. Er zit al te veel kwik in dieren in de Waddenzee: door deze extra lozing wordt de situatie nog slechter.

Geen noodzaak RWE/Essent-kolencentrale
Volgens de Habitatrichtlijn mag voor dergelijke schadelijke projecten alleen een vergunning worden gegeven als het project nodig is vanwege een groot openbaar belang en als er geen alternatieven zijn. De Nederlandse overheid stelde in eerste instantie dat de centrale nodig was om te zorgen dat er in Nederland altijd voldoende elektriciteit is. Dit is onzin: de bestaande elektriciteitscentrales hebben al een enorme overcapaciteit. Zelfs als extra elektriciteit opwekken nodig zou zijn, zijn er bovendien goede alternatieven. Zo had de centrale op een andere plek dan aan de rand van de Waddenzee gebouwd kunnen worden, of had het een veel schonere gascentrale kunnen zijn. En beter nog: de stroom kan worden geleverd door wind en zon. Er is dus geen groot openbaar belang en er zijn goede alternatieven. De Nederlandse overheid had nooit een vergunning mogen geven voor deze schadelijke centrale.

De RWE/Essent-kolencentrale in de Eemshaven zorgt ook voor schade aan Duitse natuurgebieden. Volgens de Nederlandse normen is die schade zo groot dat vergunning geweigerd had moeten worden. Maar omdat de Duitse rechter andere normen toepast, vond de Raad van State dat de Nederlandse overheid voor de Duitse gebieden van die Duitse normen mocht uitgaan. Volgens de natuurorganisaties zijn die Duitse normen in strijd met de Habitatrichtlijn. De Habitatrichtlijn is Europees recht. Het kan niet zo zijn dat de natuur in Europa achteruit gaat omdat sommige landen ruimere normen hanteren dan de Habitatrichtlijn voorschrijft.

Tijd voor actie
De uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 24 juni 2015 (Urgenda-uitspraak) was duidelijk: de Staat moet ervoor zorgen dat de uitstoot van CO2 in Nederland in 2020 ten minste 25% lager is dan in 1990. En op de klimaattop in Parijs hebben 195 landen, waaronder Nederland, afgesproken dat de opwarming van de aarde gemiddeld ruim onder de 2 graden moet komen en liefst maximaal 1,5 graad, in vergelijking met het pre-industriële tijdperk. Kolencentrales stoten veel CO2 uit. Als Nederland de klimaatdoelen wil halen, moeten we om te beginnen alle kolencentrales zo snel mogelijk sluiten, zo verklaarden 64 hoogleraren in november. Het wordt nu echt tijd dat Nederland in beweging komt.

Ondertussen heeft de Nederlandse overheid alle vergunningen gegeven voor de nieuwe kolencentrale van RWE/Essent in de Eemshaven. De grootste kolencentrale in Nederland, en dat aan de rand van de Waddenzee. Volgens die vergunningen mag de kolencentrale onnodig grote hoeveelheden schadelijke stoffen zoals kwik, stikstof, zwavel, uitstoten. Stoffen, die schadelijke gevolgen hebben voor beschermde natuurgebieden in Nederland en Duitsland. Dit vinden wij onbegrijpelijk.

Wij vinden dat de Nederlandse overheid bij de vergunningverlening aan RWE/Essent in strijd heeft gehandeld met de Habitatrichtlijn. Nu in Nederland al onze juridische mogelijkheden zijn uitgeput, hebben wij een klacht ingediend bij de Europese Commissie.